De vier fases van ontwikkeling
2 maart 2021Magisch denken in de leeftijd tot 6 jaar
3 mei 2021Ook ik had geloofd in de onontbeerlijkheid van één van de meeste absurde middelen van de gewone opvoeding. Dat wil zeggen, ook ik had gedacht dat, wanneer men een kind wilde aansporen tot een verhoogde inspanning voor zijn werk, of tot stil en rustig zijn, het noodzakelijk was zijn laagste gevoelens, zijn snoeplust, ijdelheid en eigenliefde te prikkelen door een uiterlijke beloning. En ik was daarom heel verbaasd, toen ik kon vaststellen, dat, wanneer de ambitie in een kind opgewekt wordt, het zijn lage instincten vergeet.
Toen heb ik Montessorileraren geleerd om de gewone beloningen en straffen af te schaffen, omdat zij niet meer geschikt waren voor onze kinderen, en te proberen om op een onopvallende manier leiding te geven aan hun werk.
(Maria Montessori, De Methode)
Dit is een stukje uit het boek De Methode. Gaandeweg werd Maria Montessori van mening dat het van belang is een kind te stimuleren om vanuit zichzelf ‘goed’ gedrag te laten zien. Correctie van buitenaf, door middel van straffen en belonen hoort daar niet bij. Het gevaar is immers dat een kind iets niet of wel doet omdat er consequenties aan vast zitten en dat is niet de motivatie die je eigenlijk zou willen zien. Pas als een kind van binnenuit de motivatie voelt voor zijn acties zal dit oprecht en krachtig zijn.
Wat betreft het straffen, elk kind, ieder mens, wil graag bij zijn groep horen. Gedrag dat hier niet in past, anti-sociaal gedrag, kan een incident zijn of aantonen dat het kind iets dwars zit. Corrigeren door middel van een straf is een middel van buitenaf en zal kort of niet werken.
En als het gaat om belonen, vaak is een kind al supertrots op zichzelf als er iets gelukt is. Veel complimenten van buitenaf kunnen ervoor zorgen dat een kind als het opgroeit afhankelijk wordt van de goedkeuring om hem heen, in een team op het werk bijvoorbeeld of in zijn relatie.
Maar wat dan? Als een kind terugkerend anti-sociaal gedrag laat zien vraag je dan af wat het willen vertellen met dit gedrag. Bespreek dit met elkaar en probeer het gedrag ‘te vertalen’.
En als een kind iets gepresteerd heeft en je bijna een groot compliment wilt geven verpak deze dan anders. Deel in de vreugde van het kind en zeg bijvoorbeeld iets als: Het is je gelukt, wat fijn voor je!
En natuurlijk mag er wel eens een ouderwets compliment uitgedeeld worden. Maar bedenk wel, hoe minder je dat doet, hoe waardevoller het zal zijn…
Anneliese Tacke-Jansen, Montessori Coach