Straffen en belonen
1 april 2021Samen aan tafel
26 mei 2021Magisch denken in de leeftijd tot 6 jaar
Voor een jong kind loopt fantasie en werkelijkheid nog door elkaar heen. Men spreekt dan van magisch denken. Het stadium van het magisch functioneren zie je met name bij kinderen van 3 tot ongeveer 6 jaar. Alles is nog mogelijk, net als in sprookjes. Ze kunnen geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Alleen wat ze zien is echt.
Vaak is magisch denken verbonden met angst. Als je iets fout doet, heeft dat catastrofale gevolgen. De peuter is in deze fase nog niet in staat om op die manier logisch te denken. Oorzaak en gevolg zeggen hem nog niks. Ook eigenen kinderen in deze magische fase aan gebruiksvoorwerpen en objecten gevoelens en eigenschappen toe. Stoot hij zich aan de tafelpoot dan is het een stomme tafel.
Dit magisch denken en het gebrek aan besef van oorzaak en gevolg, verklaart veel gedrag van je peuter bijvoorbeeld in de Sinterklaasperiode. Voor alle gebeurtenissen die niet lijken te kloppen met Sinterklaasverhaal, maakt het kind wel een eigen verklaring. Je laat bijvoorbeeld per ongeluk een hoed van Piet in huis slingeren. De kans is groot dat het kind een briefje aan de Piet schrijft en vertelt dat hij zijn hoed is vergeten, de hoed in zijn schoen stopt (en hoopt dat hij beloond wordt met een cadeautje…) Als een kind nog in het stadium van magisch denken zit, maakt het vaak niet veel uit of je vertelt dat Sinterklaas niet bestaat. Zodra hij de Sint weer ziet, zal hij gelijk weer geloven. Het magisch denken van een kind stopt niet van de één op andere dag. Dit is een geleidelijk proces. Bij het ene kind gaat dit proces sneller en eenvoudiger dan bij het andere kind.
(bron www.dokterdokter.nl)
Als ik vertel dat er vanuit de visie van Maria Montessori gekeken wordt naar de werkelijkheid, en daar dus bv geen boeken van pratende of aangeklede dieren in passen, stuit ik met regelmaat tegen een stukje weerstand. En dat is logisch want er zijn nogal wat afbeeldingen en boeken en meer voor hele jonge kinderen die gebaseerd zijn op fantasie. De reden dat Maria Montessori dit aangaf, leven vanuit de werkelijkheid, is dat het jonge kind ons onvoorwaardelijk gelooft. De volwassenen om een kind heen zijn z’n grote voorbeeld. Wat wij zeggen is waarheid voor het kind. Maar het stukje fantasie beleving is niet alleen terug te vinden in de visie van Maria Montessori, het is een gegeven. Jonge kinderen tot ongeveer zes jaar zitten nog in het ‘Magisch denken’. Daarna snapt het kind dat er geen elfjes en kabouters bestaan…
Anneliese Tacke-Jansen, Montessori Coach